Selecteer een pagina

Leestijd: 1 minuut 59 seconden

(disclaimer: sponsored content)

Ik kom net terug van het WK roeien in Florida waar ik vierde ben geworden. Ik mag me de winnaar van de houten medaille noemen. 0,4 seconden achter brons. Een race in het mannenroeien duurt ongeveer 6 minuten of 360 seconden. Dus 0,4 seconden is dan 0,001 procent. We hebben het in de topsport vaak over verbeteringen van 1%, maar 0,001% is soms al genoeg om het verschil te maken. Op het topniveau zijn de verschillen zo klein, dat maakt het ook spannend om naar te kijken. Het laat zien dat  de grenzen van de menselijke fysiek bereikt worden. Hoewel, zijn die grenzen wel zo ondoorbreekbaar als ze lijken?

foto Merijn Soeters www.merijnsoeters.nl

foto Merijn Soeters www.merijnsoeters.nl

De geschiedenis leert ons dat grenzen er zijn totdat ze verbroken worden. Dat is bijvoorbeeld totdat een nieuwe techniek wordt bedacht, denk aan de fosburyflop in het hoogspringen, waarbij de Amerikaanse atleet Richard Fosbury ineens achterwaarts sprong in plaats van vooruit en benen eerst. Of materialen die verbeterd worden, zoals in de Formule-1 met lichtgewicht koolstofvezel afkomstig uit de ruimtevaart. Of trainingsmethodes worden verbeterd zoals trainen in zuurstofarme ruimtes of op hoogte, afgekeken van de sherpa’s die geen last hadden van de hoogte.

In 1898 zei Charles H. Duell, de directeur van het patentkantoor in Amerika: “Everything that can be invented, has been invented”. Het is eigen aan de mens om te denken dat dit moment in de tijd het hoogtepunt van de geschiedenis is. Totdat er iets nieuws komt waar niemand nog aan had gedacht.

We zullen die grensverleggende innnovatie zelden inzien als we blijven kijken met dezelfde ogen waarmee we altijd al naar het probleem keken. Het loont klaarblijkelijk om te kijken buiten de gebaande paden en buiten het veld waarin we werkzaam zijn.

Maar iedere grote doorbraak, of dat nu in de wetenschap, business of sports is, begint met een observatie. Een meting. Iets dat opvalt. Dat is de eerste stap tot het maken van een hypothese die uiteindelijk kan uitgroeien tot een theorie die zich in de praktijk laat toepassen, tot iets wat mensen gaan gebruiken om grenzen te doorbreken.

Omdat ik iedere dag een meting doe met mijn Tanita weet ik precies hoeveel gewicht ik waar nog zou kunnen verliezen. Ik weet ook dat als iedereen in mijn team een kilo verliest, dat genoeg is om een race op 0,4 seconden te winnen. Iedere doorbraak begint met een observatie, een meting. Wanneer begin jij met meten?