Selecteer een pagina
Leestijd: 4 minuten 48 seconden Het Nederlandse roeiteam heeft een buitengewoon succesvol weekend achter de rug.  De selecties zijn rond en er staat weer een team en dat is voelbaar in iedere ploeg. Toch is het niet helemaal vanzelfsprekend dat er een hecht team ontstaat wanneer ploegen geselecteerd zijn. Als je dacht dat het alleen bij lichte vrouwen verkeerd kan gaan, dan heb je het mis. De zware mannenploeg bijvoorbeeld, heeft wel eens mindere tijden gekend als het om sfeer en groepsgevoel gaat. Als ik de overleveringen mag geloven, is het verschil met vier jaar geleden een verschil van nacht en dag. Er waren weliswaar genoeg goede en sterke roeiers, toch was er geen sprake van een team. De naweeën van die crisis zijn nog zichtbaar in de tekst die achter op onze roeikleding staat. Om het team te vormen schreef interim-directeur Joop Alberda destijds op onze teamkleding de woorden: team, plezier, groei, vertrouwen. Naast dat het er zeer knorrig uitziet, lijkt de effectiviteit van dergelijke tekst op je rug twijfelachtig. Toch bestaan tegeltjeswijsheden niet voor niets. Ze maken simpel wat complex is en komen in al hun eenvoud dicht bij een waarheid. Toch es even nagaan of dat ook voor Joop zijn wijsheid geldt. plezier vertrouwen groei teamEen goede coach zei ooit: “Ik selecteer niet de acht besten, maar de beste acht.” En de beste acht bestaat niet noodzakelijkerwijs uit de acht sterksten of besten. Hoe selecteer je deze dan? Ik vraag het onze hoofdcoach Mark Emke. Volgens hem begint een goed team bij degene die het samenstelt, uiteraard. Als coach heb je rekening te houden met de rollen die er zijn in het team. Er is bijvoorbeeld altijd de leider van het stel, of de lolbroek, de rustige, de noeste werker, die ene die ook altijd zijn mening wil geven, etc. Twee mensen kunnen elkaar afstoten als magneten en zorgen voor onrust. Maar om op basis hiervan te selecteren, dat gaat Mark wat ver. Hij gelooft niet in het matchen van karakters: “Rare schmausen selecteren zichzelf wel uit”. Mark is meer van het managen van de processen die zich in de ploeg afspelen. En hij geeft aan hier goede voelsprieten voor te hebben ontwikkeld: “Ik weet ook eigenlijk niet hoe ik het doe….” Tot zover dit diepte-interview met de hoofdcoach. Vanuit het perspectief van de coach zijn er heel veel factoren die meewegen bij het vormen van een team. Maar wanneer de coach eenmaal het team gemaakt heeft, wat voor invloed heb jij dan als roeier nog op het team? De meeste invloed als roeier heb je op de sfeer in het team. In dit team beseft iedereen dat. Daarom is de sfeer goed in ons team, vriendschappelijk zelfs. Natuurlijk doen mensen soms dingen waar je het niet mee eens bent, of die je irritant vindt. Er zitten ook altijd mensen in een team die een beetje raar zijn. Ik ben zelf ook raar. Maar in dit team accepteren we elkaars rariteiten. Of je spreekt elkaar op een aardige manier hierop aan. Is dit soft gedoe? Good guys finish last, zeggen ze immers wel eens. Toegegeven, je wordt niet succesvol door altijd aardig te zijn. Maar je komt zeker niet ver met een team als je je altijd als een dwarsligger gedraagt. Dat haalt snel het plezier weg uit een ploeg. Men moet ook graag met je willen roeien. Daarom zal je af en toe welwillend moeten lachen als Stef Broenink weer eens een domme grap maakt. Je zal af en toe je zeer gevatte opmerkingen over de gemiste ergometertest van Roel Braas voor je moeten houden. Je zal af en toe je woede-uitbarsting in moeten houden wanneer die klootzakken uit je boot godverdomme … ach laat ook maar. De legendarische basketballer Michael Jordan zegt dat om in het team te komen je egoistisch moet zijn, maar als je er eenmaal in zit, dan moet je het tegenovergestelde zijn. Zonder ego. En dat is waar, we zitten in zeer smalle bootjes, waar we nauwelijks zelf in passen. Er is aan boord geen plek meer om ook al die ego’s nog kwijt te kunnen, die laat je aan de kant. Wanneer je ego aan de kant blijft en iemand zegt iets kritisch over je, ben je veel meer geneigd om iets met die kritiek te doen. Zie kritiek eigenlijk als een cadeautje van je teammaat: je kan weer iets verbeteren, je kan weer groeien. Als je niets met kritiek doet, zal je niet groeien en als je niet groeit sta je stil en we weten allemaal: stilstand is achteruitgang, zeker in topsport. Ik weet het: kritiek ontvangen kan soms moeilijk zijn. Je geeft de boot, de coach, het weer, een dwarse scheet of je aangetrouwde zuster de schuld, alles behalve jezelf. Maar die kritiek geeft je teammaat niet voor niets en je zal erop moeten vertrouwen dat hij of zij het beste met je voor heeft. Dit vertrouwen is de lijm van de relatie die je met elkaar hebt als team en volgens Mark Emke van uitzonderlijk groot belang. Daarom sluit ik af met een van zijn belangrijkste teamvormende principes. Vertrouwen is als geld: je moet het eerst verdienen voordat je het krijgt. En hoe verdien je het? Door je aan afspraken te houden, of dat nu met jezelf is of met anderen. Vertrouwen komt niet vanzelf. Je moet werken om vertrouwen te verdienen. Een goed team is niet zomaar gevormd. Het woord team is een werkwoord. Maar wanneer je dan in zo’n topteam zit, dan ervaar je wat het is om meer te zijn dan de som der delen. Alleen dan is er ruimte voor topprestaties. Wat is er dus nodig voor zo’n team? Als ik zo teruglees zijn het toch Alberda’s knorrige ‘team, plezier, groei en vertrouwen’, die nog dagelijks op onze rug staan.